Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die den geest der [25]vorsten als druiven [26]afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is. 25. Of, voorgangers, leidslieden. 26. Of, afplukt, afleest; dat is, [volgens de betekenis van het Hebreeuwse woord] die den groten het leven, en ook verstand en moed, zo haast en licht ontneemt, gelijk men druiven in den wijnoogst afleest. Zie dezelfde gelijkenis Richt.20:45, met de aantekeningen, en Openb.14:18,19,20, en verg. in het bijzonder 2 Kron.32:21.